Jaarboek 2008 (95)

Fleur Kemmers, De Romeinse muntvondsten van het terrein De Hoge Woerd in De Meern (gemeente Utrecht) – Klaus Giesen, Überlegungen zum Typ Dannenberg 1311 – Jan C. van der Wis, Groningse langrokken van 1589 en 1591 -Hans Jacobi, Groningse achtstuiverstukken en hun navolgingen – John R. Brozius, Twee Hoornse schutterspenningen door Christoph Adolphi en Jacob ’t Lam

Fleur Kemmers

De Romeinse muntvondsten van het terrein De Hoge Woerd in De Meern (gemeente Utrecht)

De datering van het Romeinse fort en vicus in De Meern worden besproken aan de hand van gevonden Romeinse munten, welke bijdraagt aan groeiend bewijs dat de limes in Nederland eerder gedateerd kunnen worden. Deze studie toont het belang en wetenschappelijk potentieel van detectorvondsten.

Klaus Giesen

Überlegungen zum Typ Dannenberg 1311

Die Herkunft der Münzen des Typ Dbg. 1311 ist in der numismatischen Literatur mehrmals diskutiert worden.  In diesem Beitrag wird anhand des numismatischen Materials – das fundvorkommen, die Fundbegleiter, die mittlere Masse der Münzen – die Herkunft aus Friesland nachgewiesen.

 Jan C. van der Wis

 Groningse langrokken van 1589 en 1591

In 1589 introduceerde de stad Groningen een nieuwe zilveren munt  van acht Groningse stuivers voor lokale circulatie met de staande figuur van St. Maarten.  De munt was populair en werd nageslagen door Deventer, Nijmegen en ’s Heerenberg. Nieuw onderzoek vult ontbrekende gegevens over deze munten aan en sommige historische fouten worden hersteld. Ook wordt ingegaan op de naamgeving van deze munt.  

Hans Jacobi

Groningse achtstuiverstukken en hun navolgingen

Naar aanleiding van een schatvondst uit 1979 waarin zich een flink aantal Groningse langrokken bevonden wordt onderzocht en vastgesteld hoeveel verschillende voorzijde- en achterzijdestempels voor deze munten zijn gebruikt.

 John R. Brozius

Twee Hoornse schutterspenningen door Christoph Adolphi en Jacob ’t Lam

Het ontstaan, productie en verkopen van twee Hoornse schutterspenningen worden behandeld. Ook de vererving en uiteindelijke verblijfplaats van de bijbehorende stempels wordt nagegaan.

<< Terug